Boos is rood. Groen is kalm. Geel is blij. Zwart is bang. En blauw is verdrietig. Ons oudste zoontje was 2 jaar. En zoals het een goede peuter betaamt schoten de emoties nog wel eens alle kanten op. Uit het niks was meneer boos. ‘Ben je boos op me?’, vroegen we dan. ‘Nee, ik ben boos op mezelf.’
Van oma kregen we daarom een mooi boek: ‘Het Kleurenmonster’. Het kleurenmonster voelt alle emoties door elkaar en heeft alle kleuren tegelijk. Om hem te helpen laat een klein meisje met behulp van keuren zien wat elk gevoel betekent. Ze haalt de kleuren (emoties) uit elkaar en stopt ze elk in een apart potje om ze een plek te geven.
Voor goede crisiscommunicatie moet je ook verschillende emoties labellen, herkennen en erkennen. En waar het kleurenmonster het bij vijf emoties houdt, komen wetenschappers tot wel bijna honderd emoties. Niet al die emoties zijn relevant bij crisis, maar een stuk of dertig goed begrijpen maakt je wel een beter crisiscommunicator (om maar een mooi Belgisch woord te gebruiken). Alleen achter boosheid kunnen al weer twintig verschillende emoties zitten.
En wat is bijvoorbeeld het verschil tussen jaloezie en afgunst? Of tussen angst en bang zijn? De diversiteit van emoties vind ik zo belangrijk, dat het in meerdere van de ‘Klaar voor elke Crisis’ trainingen een vast onderdeel is. Ben je nieuwsgierig? Of juist geïnteresseerd? Neem gerust contact op als je meer wilt weten.