“De PvdA is goed voor de mensheid, maar slecht voor de mensen.” Aldus Job Cohen in de documentaire ‘What’s Left”. Je ziet wel vaker bij organisaties of personen dat ze het beste voor hebben met de samenleving, maar ook weinig oog hebben voor de mensen direct om hun heen. In Time Magazine stond ooit een prachtig profiel over de Amerikaanse linkse Senator Bernie Sanders. De presidentskandidaat voor Democratische voorverkiezingen noemden ze daar “macro-compassionate, micro-cantankerous”.
Maar bij veel crisisorganisaties is het niet veel anders. We willen het beste doen voor getroffenen en voor de samenleving, maar vergeten nog wel eens onze eigen mensen. Leden van crisisteams worden vaak niet op tijd afgelost. Helemaal bij corona gingen dezelfde mensen maanden achter elkaar door totdat ze bijna omvielen. Het reguliere werk viel daardoor ook nog stil. Een collega noemde dat ‘het kannibaliseren van de eigen organisatie’. Mensen gaan over hun grenzen heen, soms tot en met burn-out aan toe. Ook zijn de piketvergoedingen die mensen krijgen vrij beperkt. Ik heb al meerdere keren piketters horen zeggen dat bestuur of directie graag voor een dubbeltje op de eerste rang wil zitten.
Hoe komt dit nu eigenlijk? Als ik met Amerikaanse collega’s praat hoor ik hen altijd over de grote rol die HR (personeelszaken) heeft in planvorming bij crisis en in de crisisteams zelf. In Nederland is HR bijna geheel afwezig in de crisisorganisatie. Terwijl HR ook goed kan helpen bij uitdagingen rond het aantrekken en behouden van medewerkers om alle rollen in piketpoules te vullen.
In de Klaar voor elke Crisis-methode is één van de pijlers ‘Strategisch Partnerschap’. Daarin beginnen we met een diagnose van de koude crisisorganisatie en kijken we hoe HR daarin betrokken kan worden. Want alleen met een organisatiebrede strategie kunnen we het gewenste resultaat bereiken: een poule van goed getrainde en gemotiveerde professionals die altijd klaar is voor elke crisis.